BBTK imec
Beginpagina > Over de BBTK en ABVV > Het ‘einde’ van de indexsprong: hoe zit het voor de bedienden?

Facebook Share

Het ‘einde’ van de indexsprong: hoe zit het voor de bedienden?

woensdag 13 april 2016, door BBTK-IMEC

Het aflopen van de indexsprong is in zicht. Dat komt door de sterk stijgende prijzen, die vooral een gevolg zijn van allerlei accijns- en tariefverhogingen beslist door deze regering. Spreken over het ‘einde’ van de indexsprong is echter voorbarig. Ter herinnering: vorig jaar besloot deze regering om de lonen in dit land te bevriezen en niet langer mee te laten stijgen met de prijzen. Normaal volgen in ons land de lonen automatisch die prijzen. Dat noemt men ‘de index’. In april 2015 werd die tijdelijk stopgezet, tot iedereen die een loon krijgt, of een uitkering geniet, 2% koopkracht heeft verloren. Dat is de zogenaamde ‘indexsprong’.

Op hetzelfde moment deed de regering de prijzen sterk stijgen. Denk bijvoorbeeld aan de verhoging van de BTW op elektriciteit met 15%. Daardoor gingen de prijzen het afgelopen jaar meer dan 2% omhoog. Maar de lonen en uitkeringen, die volgden dus niet. Iedereen die werkt of een uitkering krijgt, is dus 2% armer dan vorig jaar.

Opnieuw indexering in zicht?

Tot nu. Precies door de prijsstijgingen van de regering ging de kost van het leven sterker omhoog dan verwacht. In maart bleek dat de prijzen ten opzichte van een jaar eerder met 2,24% omhoog waren gegaan. Voor de gezondheidsindex –en die wordt gebruikt om de stijging van de lonen en uitkeringen te berekenen- ging het zelfs om een stijging met 2,72%. Dat betekent dat na een periode waarin de index ‘bevroren’ was, die opnieuw in beweging komt. En dat in sommige sectoren er opnieuw sprake zal zijn van aanpassingen van de lonen aan de levensduurte.

Dat betekent dus niet dat het effect van de indexsprong teniet wordt gedaan. In tegendeel: de 2% bent u voor de rest van uw leven kwijt. Het heeft ook gevolgen voor uw pensioen. In die zin eindigt een indexsprong dus nooit. Ondanks wat de regering en sommige media daarover beweren, zorgt een indexsprong niet voor een besparing bij de overheid: de blokkering van de lonen zorgt ook voor een blokkering van de inkomsten via belastingen en sociale zekerheidsbijdrages. De indexsprong zou dus ook de regering geld hebben gekost. Al dat geld ging integraal naar de werkgevers.

Welke sectoren?

In tegenstelling tot de indruk die politici en journalisten daarover geven, bestaat ‘de’ index niet. Elke sector kent zijn eigen stelsel, met eigen regels, en eigen momenten en manieren waarop de lonen aangepast worden aan de levensduurte. Dat betekent dus ook dat ‘het’ einde van de indexsprong niet bestaat. Elke sector zal op een bepaald moment het punt bereiken waarop de lonen opnieuw aangepast worden. Op basis van voorspellingen van het planbureau, zou het om de volgende sectoren en cijfers gaan. Wat de cijfers betreft: die zijn zeker nog niet definitief, maar geven een indicatie. Daarom beperken we ons tot een termijn van enkele maanden. Deze kunnen dus nog wijzigen!

In de financiële sector (pc’s 308, 309 en 310) zou er in mei opnieuw sprake zijn van een gedeeltelijke indexering van rond de 0,18%. In juli zou het gaan om een index rond de 0,35%. Voor de notarisbedienden (pc 216) zou het in mei gaan over een ‘kwartje’ indexatie van 0,04%, een deel van hun aanpassing valt nog onder de indexsprong.

In de handel zou pc 311 (grote kleinhandelszaken) mogelijk al in mei geïndexeerd worden. Dat zou dan met 2% zijn, want de ‘sprong’ voor deze sector vond in juni 2015 plaats.

In de industrie geldt hetzelfde voor de sector van de drukkerij- en dagbladbedrijf (pc 130). Ook deze zou in mei opnieuw kunnen rekenen op een indexering van 2%, omdat ze in 2015 al een indexsprong te verteren kregen. De maand nadien zou het de beurt zijn aan de petroleumsector, ook 2%. Voor pc 224 zou in mei een beperkte indexering doorgaan van 0,18% (een deel van hun jaarlijkse indexering wordt dus nog door de indexsprong ‘opgegeten’). In de maanden nadien volgen de volgens de voorspellingen de andere sectoren uit de industrie met volledige en/of gedeeltelijke indexeringen. Voor de Social-Profit ziet het er naar uit dat de lonen in de loop van de maanden juni en juli met 2% zouden aangepast worden.

Dit overzicht is niet volledig en moet met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Grote dienstensectoren zoals het pc 200 worden telkens in januari geïndexeerd en onderbreken dus in dit overzicht. Als de huidige inflatievoorspellingen blijken te kloppen, zal voor hen de aanpassing van het loon meer dan 1% bedragen.

N.B.

Facebook Share

© 2017 BBTK imec